Skip to main content

Archeologisch onderzoek oude kademuur van de Kolk

Tijdens werkzaamheden aan de Kolk in Broekerhaven werden de resten van een oudere kademuur gevonden. Omdat het idee bestaat om een deel van deze oude muur permanent zichtbaar te houden, heeft Archeologie West-Friesland de kademuren onderzocht. Wat kwam er zoal uit de grond tevoorschijn?

Historische achtergrond
Al in 1405 geeft Philips van Bourgondië toestemming aan Stede Broek om een haven te bouwen ten zuiden van de stad. In 1415 dwarsboomt Enkhuizen het initiatief van de Broekers om een haven aan te leggen. De situatie verslechterde tijdens de hoekse en kabeljauwse twisten waarin de Broekers de kant van de Hoekse soldaten kozen in een plan om het kabeljauwse Enkhuizen binnen te vallen. Uiteindelijk duurde het tot 1449 voordat met de aanleg van de haven en het kanaal tussen de haven en de stad werd begonnen. De haven heeft uiteindelijk een belangrijke rol gespeeld in de handel gedurende de gouden eeuw voor Stede Broek.
afb3

afb. 1 De Broekerhaven op de kaart van Pieter van der Meersch uit 1638. Let op de overhaal en de houten palen tegen de kade.(Bron: Westfries Archief)

afb4

afb. 2 Broekerhaven op een gravure van Cornelis Pronk uit 1729. (Bron: Noord-Hollands archief).

De oudste kaart waar de haven op staat afgebeeld is gemaakt door Pieter van der Meersch in 1638 (afb. 1). Deze kaart is vervaardigd in het kader van een dispuut tussen Drechterland en de Vier Noorder Koggen enerzijds en de westelijke ambachten anderzijds. Inzet was lastenverlichting ten opzichte van het onderhoud aan de Zuiderdijk. Veel aandacht op de kaart is daardoor besteed aan de dijk en waterwerken als sluizen en bruggen en dergelijke.

Op de kaart is de haven in veel detail afgebeeld. Prachtig weergegeven zijn de ronde raden van de oude houten overhaal, de voorloper van de huidige. De toenmalige kademuren zijn eveneens in detail weergegeven. Te zien is dat de waterzijde verstevigd is met zware palen. Onduidelijk is of er muurwerk of houten planken achter de palen aanwezig zijn.

Op de kaart van J. Dou uit 1651-1654 is de haven mooi weergegeven, maar details met betrekking tot de kademuur zijn niet zichtbaar. Uit 1729 stamt een gravure van Cornelis Pronk waarin de haven en de overhaal mooi zijn weergegeven (afb 2). Op deze afbeelding zijn weer palen zichtbaar die de kademuur verstevigen. Ook hier is niet duidelijk of hout- of muurwerk achter de palen wordt gesuggereerd.

Op een ansichtkaart uit 1922 is de bakstenen muur duidelijk zichtbaar (afb. 3). Niet alleen aan de waterzijde, maar ook aan de bovenkant is het muurwerk versterkt met stevig houtwerk. Mogelijk diende het hout niet alleen om de muren te stutten, maar ook om het baksteen te beschermen tegen de schepen die aan de kade lagen. In 1935 werd de kademuur vervangen door een betonnen kade. Op een foto is zichtbaar hoe, nadat het houtwerk tegen de muur is verwijderd, een houten bekisting wordt aangebracht en het beton wordt gestort.

afb5
afb 3. Broekerhaven op een ansichtkaart uit 1922. Let op de houten palen langs de kademuur. (Bron: Noord-Hollands archief).
afb6

afb. 4 Werkzaamheden rond de kademuur in 1935. Zichtbaar is hoe, nadat de palen zijn verwijderd, een bekisting voor de muur is gemaakt waarin beton wordt gestort. (bron: Nationaal Archief).

Het onderzoek
Voor het archeologisch onderzoek is op enkele meters ten oosten van de overhaal een deel van het muurwerk aan weerszijden open gelegd. De bovenzijde van het muurwerk ligt op ongeveer dertig centimeter onder het straatwerk. Het muurwerk bleek bij onderzoek intact en goed geconserveerd. Achter de kademuur (landszijde) werd een donkergrijze kleilaag met veel baksteenpuin, mortel en schelpen aangetroffen. Enkele verzamelde stelen van kleipijpen dateren de laag in de 19 eeuw. Deze laag was 0,3 m dik.

Hieronder werd een laag aangetroffen van meer blauwgrijze klei met baksteenpuin en schelpen. Hierin werden enkele scherven gevonden uit de 18de eeuw. De lagen corresponderen waarschijnlijk met verschillende reparatie- of onderhoudsfases aan de kademuur waarbij de bovenzijde meerdere keren opnieuw werd opgemetseld. Het metselwerk aan de bovenzijde bevatte oranjerode en donkerrode bakstenen. Meerdere stenen waren opvallend breed voor hun lengte en dikte. Het gaat om hergebruikte bakstenen, maar vermoedelijk zijn ze voor een deel afkomstig van de kademuur zelf. Opvallend was dat de bakstenen met een relatief zachte kalkmortel waren gemetseld.
afb7

afb 5 Net ten oosten van de overhaal is een deel van de kademuur onderzocht. Foto is richting het westen genomen.

afb8
afb. 6 Het muurwerk werd aan de bovenkant aan weerszijde vrijgelegd.

In het vooraanzicht zijn mogelijk drie fases te onderscheiden. De bovenste zeven lagen bestonden uit wit uitgeslagen oranjerode en donkerrode bakstenen met af en toe mortelresten aan de buitenzijde. Deze laag is hoogstwaarschijnlijk in de 19 eeuw opgemetseld. Daaronder zijn vier lagen gemengde stenen aanwezig van oranjerode en meer donkere stenen zonder mortelresten aan de buitenzijde.
De stenen van beide kleuren hebben een lengte van 22,5 cm en een dikte van 4 cm. Mogelijk corresponderen deze steenlagen met de tweede kleilaag die aan de achterzijde is onderscheiden. Dan zou dit deel in de 18e eeuw zijn opgemetseld.

Onder deze vier lagen bakstenen zijn nog drie lagen bakstenen onderscheiden met alleen oranjerode stenen van hetzelfde formaat. Mogelijk representeren deze stenen een ouder bouwfase, maar dat is onzeker. Als ze ouder zijn kunnen ze uit de 18e eeuw of eerder stammen. De muur was tweeëneenhalf-steens en 58 cm breed. Ca. 0,7 m opgaand muurwerk is bekeken, de onderzijde is niet bereikt.
afb9
afb. 7 Achter de muur aan landszijde kwamen in een diepere laag enkele 18 eeuwse scherven tevoorschijn. Zichtbaar is het onderscheid tussen de grijze kleilaag en de meer blauwgrijze klei daaronder.

Conclusie en advies
Archeologie West-Friesland heeft gekeken naar de opbouw van de muur en mogelijke indicatoren voor de datering. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat de muur vermoedelijk in de 18e en 19e eeuw meerdere keren gerepareerd is, maar van oorsprong ouder kan zijn. Op basis van deze bevindingen is de kademuur volgens de archeologische dienst behoudens waardig.

Daarnaast lijkt de muur geschikt om permanent zichtbaar te maken. Misschien kan vanuit historisch perspectief worden gekozen om palen langs de buitenzijde en een balk aan de bovenkant aan te brengen, zodat de muur er uit komt te zien zoals hij eeuwenlang is geweest.

Bron: De tekst van dit artikel is gebaseerd op het rapport Arvan de dienst Archeologie West-Friesland.